Goddeau (BE)
Wanneer muziek de pure abstractie benadert en zich louter uit in niet-eenvoudig definieerbare klanken, wordt het haast onmogelijk de essentie ervan te vatten in woorden. Elke poging daartoe zegt meer over de schrijver annex luisteraar dan over het werk zelf. Maar soms reiken de makers enkele houvasten aan.
Box Music is namelijk niet zomaar een samenwerking tussen twee geluidskunstenaars, maar wel een wederzijdse uitdaging. Rutger Zuydervelt (Machinefabriek) en Stephen Vitiello besloten om elkaar geen digitale bestanden te bezorgen maar wel dozen met spullen, met daarbij de uitdrukkelijke vraag om hiermee een song te maken. De songtitels verwijzen naar de materialen waarmee Zuydervelt en Vitiello aan de slag gingen, de albumtitel naar het achterliggende idee.
Een dergelijk uitgangspunt kan al snel leiden tot een goedkope gimmick of elitair gezwam, maar Machinefabriek en Vitiello slagen er beide in om de gecreëerde klanken en muziek boven het ruwe materiaal te laten uitstijgen zodat het schier onmogelijk wordt om de gebruikte voorwerpen in kwestie nog te achterhalen. Bovendien slaan beide artiesten pas in het laatste nummer de handen in elkaar, waarbij Vitiello het nummer aanleverde waarna Zuydervelt het afwerkte.
Machinefabriek bijt de spits af met het elf minuten durende “Bells, Book, Tin Foil, Buttons” waarbij vooral de gebruikte bellen in het nummer herkenbaar zijn. Zuydervelt creëert een trage track die slechts moeizaam zijn geheimen prijsgeeft en door de aanwezige belletjes eerst een Boeddhistisch-meditatieve inkleuring krijgt, maar daarna via holle buizen uitloopt in een weinig verheffende stilte. In “Field Recordings, Rocks, Speakers” (nummer drie op de plaat) raapt hij de fakkel op. De krakende ruis, als malende insectenkaken, wordt steeds dwingender tot een zachte zoem het overneemt en de track zichzelf opheft in onrustige bassen en verdwaalde echoënde stemmen, waarna alleen een onbehaaglijke stilte rest.
Vitiello neemt het tweede en vierde nummer voor zijn rekening. “Crackle Box, Thumb Piano” neemt de restelementen van “Bells, Book, Tin Foil, Buttons” over maar blaast er nieuw leven in door voor een vitaler klankenpalet te kiezen. De aan sci-fi verwante geluidjes, als vloeistoffen in plastic, krijgen evenwel een onverhoedse dreiging mee door de onverwachte echo’s die een vreselijke ruimtelijkheid impliceren. Vitiello vertaalt de atavistische angsten van Machinefabriek naar een steriele atmosfeer.
Op “Broken Records, Cassettes” gaat hij nog verder door van bij de start een verlaten labyrint te creëren waarbinnen de klanken onderbroken weerschallen en alle structuur zoek lijkt. De wandeling door een schizofrene geest is overweldigend en verontrustend, en in tegenstelling tot Machinefabriek wordt de stilte niet als een onbehaaglijk instrument gebruikt maar is het aan de voorbij zoevende klanken om een specifiek gevoel en sfeer op te roepen.
Op het enige gezamenlijke nummer, “Chocolate Sprinkles, Tape, Egg Cutter, Rice, Plastic Bag”, komen de twee elkaar tegemoet door Vitiellos volheid van klanken te koppelen aan de minimale invulling van Machinefabriek. De geluidslagen worden op elkaar gestapeld zonder dwingend of aanwezig te zijn. De track kent het spaarzame en meeslepende karakter van Machinefabriek maar net zo goed de rijkheid aan klanken die Vitiellos nummers typeren. Een betere symbiose is kortom niet denkbaar.
Box Music is een opvallend donkere plaat geworden, of kan althans zo geďnterpreteerd worden mits men in een bepaalde stemming is. Machinefabriek en Vitiello drukken beiden hun stempel op hun respectievelijke nummers maar weten net zo goed doorheen de plaat een eenheid te bewaren die culmineert in het afsluitende Chocolate Sprinkles, Tape, Egg Cutter, Rice, Plastic Bag”, dat perfect de teneur van het album samenvat. De premisse van Box Music mag dan wel vergezocht klinken, het resultaat bewijst dat het idee niet alleen op papier werkt. – Jurgen Boel